Wanneer wielrenners kritiek krijgen op hun prestaties, klinkt het wel eens “Ik zal antwoorden met de pedalen.” Dat is precies wat wij hier als Zorg-saam willen doen. In voorbije weken hadden de woonzorgcentra het weer eens niet onder de markt en werd (ook weer eens) een bijzonder negatief beeld neergezet van het leven in een woonzorgcentrum, dat bijna per definitie zonder voldoende kwaliteit zou zijn. Welnu, ziehier ons antwoord met de pedalen… We geven een wat ruimere inkijk in onze beleidsvisie wonen-leven-zorg die we momenteel in de praktijk omzetten met vallen en opstaan.
Symposium met Teun Toebes
De jongste etappe in het parcours was een intern symposium vorige week waarbij zich 250 stakeholders van ons merk verzamelden (en dat na de negatieve heisa wat meer weerklank had mogen krijgen in de pers, maar we willen niet eh… natrappen). Er waren bewoners(!), vrijwilligers, mantelzorgers, de beleidsverantwoordelijken, het bestuursorgaan… Wij fietsen allemaal voor hetzelfde merk van ‘persoonsgerichte zorg in verbinding’: met elkaar, familie, mantelzorgers, andere vormen van geïntegreerde zorg voor ouderen, de lokale omgeving van onze huizen, de kerkgemeenschap…
Het werd een mooie middag met eerst een uiteenzetting door Teun Toebes: de jonge Nederlander die ging inwonen in een ‘verpleeghuis’ op de afdeling voor personen met dementie, en vervolgens in vier continenten op zoek ging naar good practices, daar twee boeken over schreef en een film maakte die nu reeds tot de best bekeken documentaires in zaal behoort van de laatste decennia. Daarna volgde een massale valpartij van de clichés: in een podiumgesprek, waarbij vooral de bewoners demarreerden als oude flandriens, en ook de zaal een tandje bij stak. Kortom, merckxiaans, mogen we zeggen. Maar nu van beeldspraak naar werkelijkheid.
Van zieken(t)huis naar ondersteunde woonvormen
In algemene zin zijn onze woonzorgcentra reeds lang geëvolueerd van ‘ziekenhuizen light die ook een permanent verblijf aanbieden’, naar gastvrije woonplekken met een individuele én een gemeenschappelijke omgeving van de bewoners, waarbij ook de nodige (medische) zorg wordt aangeboden. Daarbij ligt de focus op kwaliteit van leven en de bewoner houdt de regie overal waar mogelijk. Het (zorg)aanbod houdt gelijke tred met zorgnoden die kunnen toenemen: van cafetaria, sociaal en buurtrestaurant en dagverzorging (hiermee zorgt het woonzorgcentrum ervoor dat ouderen uit de omgeving langer thuis kunnen wonen!), via kortverblijf en assistentiewoning, naar residentiële opname, tot de beschermde afdeling voor mensen met dementie die deze nodig hebben. De investering in kwantiteit van leven dient daarbij steeds proportioneel te blijven ten opzichte van de verhoopte kwaliteit van leven: geen medische verbetenheid dus, maar ook geen voortijdig wachten op een dan maar te versnellen einde.
Maar hoe vertalen deze hooggestemde intenties zich in een dagelijks woonzorgbeleid waarbij de bewoner zo veel mogelijk zelf de regie behoudt? Met deze – toegegeven, om vele redenen niet altijd gemakkelijke - vertaalslag zijn wij volop bezig, met vallen en opstaan…
Het leven zoals het is: woonzorgcentrum
Bij de inhuizing (vroeger: opname …) maken wij een ruime foto van elke bewoner om deze beter te leren kennen: als mens met haar levensverhaal (laten we eens het vrouwelijk inclusief gebruiken, de dames zijn in de meerderheid!), met haar persoonlijke verlangens en voorkeuren, met haar noden lichamelijk, geestelijk, spiritueel… Deze foto zal permanent worden bijgewerkt via het regelmatig interdisciplinair overleg over elke bewoner .
Wij houden ook van vroegtijdige zorgplanning in verband met het levenseinde. We willen geen ‘rusthuis’ zijn, maar wel een ‘gerust-huis’ waar de dagen tijdig enigszins geteld zijn, en waar de bewoner ontzorgd wordt over een ‘wat als…?’, onbezorgd leven aan haar dagen kan toevoegen.
En dan begint het ‘wonen en leven’ van dag tot dag…, en in wat volgt, plukken we gewoon even uit ons beleidskader.
Voor het creëren van een thuis waar het goed wonen en leven is, vertrekken we steeds vanuit de bewoner zelf, haar levensverhaal en levensdoelen die voor haar belangrijk zijn om een gelukkig leven te leiden. Dit doen we onder meer door de vraag te stellen: wat maakt jou blij, wat is een goede dag voor jou? In dialoog met alle belanghebbenden wordt de bewoner empowered om eigen keuzes te maken in het nemen van grote en kleine beslissingen.
Goed wonen en leven, het beleven van een thuisgevoel, kan voor elke persoon anders zijn. Door te begrijpen welke betekenis de bewoner zelf aan het concept ‘thuis’ geeft, die de eigen identiteit van de bewoner weerspiegelt, kunnen we ervoor zorgen dat hun huis een thuis wordt. We dragen bij tot het creëren van een thuisgevoel door ervoor te zorgen dat de bewoners zich verbonden voelen met de wereld en het leven buiten het woonzorgcentrum, met medebewoners, medewerkers en de woning waarin zij leven.
Ons uitgangspunt is dat de kwaliteit van wonen en leven voor de bewoner verhoogt door in te zetten op volgende pijlers: de relatie, bewonersgeluk, co-creatie, verbinding, betekenisvolheid, hoop en optimisme, regie houden, zich thuis voelen, zelfwaarde en zelfrealisatie.
Persoonsgericht en in verbinding
Betekenisvolheid houdt in dat de bewoner zich betekenisvol of nuttig kan voelen voor zichzelf en of de ander. Het betekent zelfrealisatie als een ontplooiing van het eigen potentieel. Het gaat over nog een doel voor ogen hebben, nog wensen en verlangens hebben, van tel zijn. Dit kan in het uitvoeren van activiteiten maar uit zich ook in beleving en ervaring. Bewoners die een actieve, betekenisvolle rol kunnen opnemen in de maatschappij worden gestimuleerd tot verdere zelfontplooiing en ervaren een groter eigenwaardegevoel.
De regie over je eigen leven behouden is bij dit alles een uiterst belangrijke ethische waarde. In omgang met de bewoner, dient een medewerker zich hier continu bewust van te zijn binnen in de zorgrelatie. In het streven naar bewonersgeluk, krijgt de medewerker het gevoel van echt met de essentie bezig te zijn. Namelijk, luisteren naar de bewoner en bijdragen aan haar wensen.
De mantelzorger is voor ons een onmisbare schakel. Zowel in de thuissituatie als bij de verhuis van de bewoner naar het woonzorgcentrum en tijdens haar verblijf. Zij is een volwaardige partner in het realiseren van de levens- en zorgdoelen, en neemt een belangrijke rol op in de ondersteuning van zorg op psychisch, sociaal, relationeel vlak. De mantelzorger kent bovendien de bewoner het beste en is de stabiele factor in haar leven. De mantelzorger is partner in het realiseren van het woon - zorg - leefplan en krijgt inspraak, mits de bewoner hiermee instemt. Bij toenemende kwetsbaarheid van de bewoner kan de mantelzorger mee haar belangen behartigen. Als organisatie vinden we het belangrijk de balans tussen draaglast en draagkracht van de mantelzorger mee te bewaken en waar nodig te ondersteunen.
Om zich thuis te kunnen voelen is er ook (ver-)binding nodig van de bewoner met haar netwerk en haar omgeving. Met het netwerk van de bewoner bedoelen we: haar mantelzorger, familie, vrienden, kennissen, de medewerkers, andere medebewoners e.a. De omgeving kan de omgeving in enge zin zijn, de kamer, of in brede zin, het wzc, de buurt…
Een laatste aspect van persoonsgerichte zorg in verbinding bieden wij via onze pastorale medewerkers in elk huis. Zij gaan met de bewoners mee op weg rond de gedachten en gevoelens die het naderende levenseinde óók met zich meebrengt: over afscheid nemen en loslaten, rouw en berouw, dankbaarheid en heimwee, leven en sterven, de mens en het Mysterie… Zo staan zij vanuit christelijke gastvrijheid alle bewoners bij zoals die dat zelf willen. Want bij God wint iedereen de koers, ook als je dat niet gelooft.
Demarrage!
Onze plek op het einde van de wielerkalender is er een waar de vermoeidheid onvermijdelijk al in de benen zit. Ook bij ons komt levensmoeheid voor, en kan ‘de man met de hamer’ toeslaan. Maar echt ook prominent aanwezig in ons peloton zijn de mengeling van geluk én een rouwproces dat nochtans niet de levenszin ontneemt, kleine vreugdes en geluk, en af en toe uitgelaten vreugde die dan wel eens enkele miljoenen likes wil halen op sociale media, zoals ons mannenploegje ‘en danseuse’ op de trappers overkwam. Dank aan al onze supporters!