In De morgen van 21 oktober 2020 schreef ouderenpsycholoog Veerle Van Vlierberghe een opiniestuk over de noodzaak aan (financiering voor) psychologische ondersteuning in woonzorgcentra. Als vzw Zorg-Saam – ZKJ die 15 christelijke WZC groepeert, ondersteunen wij haar pleidooi. Tegelijk willen we het graag wat opentrekken vanuit onze werking. Mentale ondersteuning neemt binnen onze voorziening namelijk verschillende vormen aan.
Het rouwproces van ouder worden
De laatste jaren wordt in de medische wereld meer en meer erkend dat heel wat klachten bij ouderen het gevolg zijn van depressie. Meer dan 20 % zou lichte tot ernstige klachten hebben. Er zijn talloze oorzaken verbonden met het rouwproces van het oud worden die we spontaan kunnen bedenken: verlies van mogelijkheden door lichamelijke veroudering, verlies van dierbaren, verlies aan sociale contacten en verlies aan autonomie. Maar er zijn ook andere, niet leeftijdsgebonden oorzaken zoals een persoonsgebonden depressie die bij elke leeftijdsklasse kan voorkomen, depressieve klachten als nevenwerking van bepaalde medicijnen, beginnende dementie en erfelijkheid. De symptomen worden vaak miskend omdat we denken dat ze behoren tot het ouder worden. Klinische studies geven ook aan dat het klinisch beeld van depressie bij ouderen anders is dan bij jongere personen.
De juiste aanpak vanuit een therapeutisch kader
Het herkennen van deze symptomen is één zaak, het behandelen is een heel andere. De erkende beroepen binnen ouderenzorg zijn niet de experten in het classificeren van psychologische problemen. Dit vergt specifieke competenties en opleiding. Wij erkennen die nood: psychologen zouden complementair zijn aan ons huidig normpersoneel (= wettelijk bepaald en gefinancierd personeel). Ons huidig normpersoneel is gespecialiseerd in zorgverlening en woon- en leefaspecten. We hebben wellicht zelfs een psycholoog nodig om duiding te kunnen geven aan het team en zo de draagkracht binnen dit team te verhogen. Het team zal dan met bepaalde psychische klachten beter kunnen omgaan. Hoe betekenisvol een relatie tussen een bewoner en een zorg- of verpleegkundige ook kan zijn: daarbinnen kan hoogstens een therapeutisch neveneffect ontstaan, maar de echte psychotherapie hoort toe aan therapeuten.
Medicatie als gewoontemiddel
De stelling dat er op vandaag te vlug naar medicatie gegrepen wordt binnen de woonzorgcentra vraagt wat nuancering. Bewoners komen bij opname binnen met bepaalde medicatie waaronder antidepressiva. Dit proces start niet in het woonzorgcentrum. Wij reviseren de medicatiefiche steeds samen met apotheker en arts. Het afbouwen of vereenvoudigen van de voorgeschreven medicatie waarmee de bewoner toekomt in een woonzorgcentrum is niet gemakkelijk en soms niet mogelijk. Bewoners houden sterk vast aan bepaalde gewoontes. Toch kunnen we niet ontkennen dat bij klachten vaak eerst aan medicatie gedacht wordt. Er ligt hier een uitdaging voor de sector. Een uitdaging die men echter pas kan aangaan wanneer mensen met de juiste competenties lid zijn van het team.
De crisis als motor van verandering
“Alles is psychologie, maar psychologie is niet alles” geldt ook in woonzorgcentra. De psychologische gezondheid en zorg kadert ook in een ruimer kader van mentaal welzijn. Vandaar onze permanente zoektocht om voor onze bewoners niet enkel ‘dagen aan het leven’ toe te voegen, maar vooral ook ‘leven aan de dagen’.
Er is al enkele jaren een positieve evolutie in de sector van de ouderenzorg. Zeker wanneer men inzoomt op ‘wonen en leven’ zien we een significante verbetering in de hedendaagse woonzorgcentra.
Woonzorgcentra zijn vandaag draaischijven van gezellige drukte waarbij de bubbels van bewoners, medewerkers, familie en bezoekers vrolijk mixen – daarom precies slaat de coronacrisis die dit tijdelijk veel minder mogelijk maakt, ook mentaal zo zwaar toe. Tegelijk blijven we evolueren en dromen van meer. Dat moet ook: de generatie 68 die stilaan 86 wordt, zal andere verlangens koesteren dan hun vooroorlogse voorgangers. Naar de toekomst toe dromen we dan over zorgdorpen die verbonden zijn met de lokale gemeenschap, over een geleidelijke overgang van thuis naar het woonzorgcentrum (van maaltijdbezorging tot inhuizing), over kleinschalige units en aandachtig maatwerk voor elke persoon, over medeverantwoordelijkheid van bewoners en technologische ondersteuning, en nog veel meer… We startten daartoe onlangs een langer veranderingsproject, want we denken dat we voor een echte kanteling van woon-leef-model staan. En dit tijdens de coronacrisis? Ja, net deze crisis willen we aanwenden als motor van verandering!
Zin in het leven en zin van het leven
Tenslotte is er nog een belangrijke dimensie. ‘Een mens leeft niet van brood alleen’, het naderende levenseinde doet spontaan de vraag stellen naar de zin van het leven en zin in het leven is ook daarmee verbonden. In al onze huizen investeren wij vanuit onze christelijke identiteit met eigen middelen in pastores, letterlijk ‘herders’, het beeld dat de bijbel aanreikt voor Gods zorg voor de mens naar lichaam en geest. Onze pastores ondersteunen vanuit hun eigen opleiding en competentie de huizen vooreerst op ethisch vlak, in dagelijkse waakzaamheid voor de ‘kleine goedheid’ die het grote verschil maakt en die alle medewerkers en alle bewoners voor elkaar kunnen opbrengen. Zij begeleiden mensen ook in hun vragen naar de zin van het leven, naar het levenseinde en voorbij de einder. Zij doen voor velen die dat verlangen een christelijk aanbod van gebed en liturgie. Zij zijn zo teken van onze christelijke gastvrijheid die een menselijke geborgenheid wil bieden voor alle bewoners en medewerkers, in alle dimensies van het mens zijn. Zo drukt zich door goede cure en care uit: we take care of you because we care about you.
Filip Vandaele en Stijn Van den Bossche
Beleidsmedewerkers vzw Zorg-saam ZKJ