Het woonzorgcentrum Sint-Elisabeth behoort tot de congregatie Zusters Kindsheid Jesu, met maatschappelijke zetel te Gent. Deze congregatie werd in 1835 gesticht door Kanunnik Petrus Jozef Triest, die eveneens de stichter was van de congregaties Zusters van Liefde, Broeders van Liefde en Broeders van Sint-Jan de Deo. De congregatie Zusters Kindsheid Jesu is actief op vele terreinen in de zorg om mensen en dit van jong tot oud.

Het was in de schoot van het liefdadigheidsbureel, het huidig O.C.M.W. van Eeklo, dat de noodzaak voor het oprichten van een “Hospice” het eerst geuit werd in 1830. In augustus 1837 werden drie zusters van Sint-Vincentius a Paulo aangesproken om de zorg voor de behoeftigen op te nemen in dit pas opgerichte “hospice”, ook gesticht genoemd, en gelegen in de Raamstraat. Dit huis bleek al zeer vlug een te enge behuizing voor de behoeftigen van Eeklo. Dank zij legaten kon gedacht worden aan een nieuw liefdadigheidstehuis.

In 1839 werden dan ook de eerste plannen goedgekeurd en bij K.B. van 29 augustus 1839 werd de toelating gegeven om de werken aan te vatten voor de bouw in de Brugsestraete (huidige Koning Albertstraat).

In juni 1840 konden de zusters en behoeftigen hun intrek nemen in hun nieuwe woonst. Dankzij de inzet van de zusters, de financiële steun van de Heer Karel Stroo en andere weldoeners, en de blijvende steun van het bureel van weldadigheid, kreeg het gesticht geleidelijk aan uitbreiding met een ziekenzaal, wasserij, bakkerij, keuken en weeshuis.

Het kwam tot een akkoord tussen het armenbestuur van de stad Eeklo en de Zusters. Op 31 december 1884 werd het gesticht door de Belgische staat officieel erkend.

In het begin van de 20ste eeuw kreeg het gesticht uitbreiding met een klein operatiekwartier. De oorlogsjaren (1914-1918) gaven aan het gesticht een bijkomende opdracht: nl. onderdak verlenen aan de Belgische troepen en vluchtelingen. Vooral de zieke soldaten kwamen er om te herstellen. Het liefdadigheidshuis evolueerde naar een ruim hospitaal, waar ziekenzorg en kraamzorg voorop stonden.

In 1946 slaagde de VZW Zr. H. Vincentius a Paulo erin om het eigendomsrecht van het Weldadigheidsbureel af te kopen. In de verkoopsakte werd bepaald dat men het gesticht binnen de 5 jaar diende te verbeteren. Het ‘Kasteelken van Ridder Stroo’ zou omgebouwd worden tot een instelling voor besmettelijke zieken: lazaret H. Elisabeth. Hoewel aan de voorwaarden gevolg werd gegeven, heeft het lazaret H. Elisabeth slechts kortstondig gefunctioneerd. De besmette zieken werden eveneens ondergebracht in het gesticht, terwijl het vroegere kasteeltje werd hervormd tot weeshuis.

In 1957 fusioneerde de congregatie van de zusters van de H. Vincentius a Paulo met die van de zusters Kindsheid Jesu. De verbeteringswerken aan het gesticht H. Hart, ondertussen omgedoopt tot H. Hartkliniek, werden systematischer en nog adequater aangepakt. Het oude weeshuis werd omgevormd tot verpleegsterschool in 1957, het bejaardentehuis “Sint-Elisabeth” kreeg een nieuwe vleugel en in 1963 werd het kinderdagverblijf “Kinderlach” boven de doopvont gehouden. De VZW Heilig Hartkliniek was nu beheerder en uitbater van de kliniek, het bejaardentehuis en de kinderkribbe. De congregatie Zusters Kindsheid Jesu bleef evenwel eigenares en medebeheerder van dit ruime complex van zorgverlening.

Het rusthuis Sint-Elisabeth had dringend herziening en aanpassingswerken nodig. Deze werken zouden evenwel te indringend geweest zijn. Het was bijna niet haalbaar om het bestaande gebouw om te vormen naar een tehuis dat volledig zou beantwoorden aan de brandveiligheidsnormen en het comfort eigen aan de tijd. Daarom werden begin de jaren ’80 door de congregatie Zusters Kindsheid Jesu plannen ontworpen voor een totaal nieuw rusthuis. Bovendien noodzaakten de vergrijzing van de bevolking, de groei van het aantal hoogbejaarden, de evolutie van de zorgverlening en de specifieke aanpak van bejaardenzorg tot aanpassing van de woongelegenheid voor de bejaarden. Er kwam meer vraag naar langdurige zorgverlening voor de bejaarden. De rusthuizen die voldeden aan specifieke normen qua personeel, architectuur, organisatie en bewoners verkregen, naargelang de planning, de erkenning van “verzorgingstehuis”. Met deze normering werd rekening gehouden bij de bouw van het nieuw rusthuis in de hoop deze erkenning te verkrijgen eens dit tehuis in gebruik zou zijn genomen. De bouwheer was de congregatie van de Zusters Kindsheid Jesu. Tijdens de uitvoering van de bouwwerken kende ook de bejaardenzorg een grote evolutie. Deze ging zich meer en meer differentiëren van de ziekenzorg. Deze eigen geaardheid van dienstverlening gaf dan ook aanleiding tot het opteren voor een autonome werking en beheer van het Rust- en Verzorgingstehuis Sint-Elisabeth. Op 26 april 1989 opende het totaal nieuw gebouwd rusthuis zijn deuren voor 126 bewoners. Het oude rusthuis van Eeklo werd nu het nieuwe rusthuis “RVT Sint-Elisabeth” gelegen aan de Tieltsesteenweg 25.

In 1989 was de capaciteit van de nieuwbouw door de subsidiërende overheid terug gebracht tot 126 woongelegenheden, terwijl er in het oude rusthuis 155 mogelijkheden waren tot wonen. De wachtlijst bleef aangroeien en veel aanvragen konden niet beantwoord worden. Uitbreiding van het gebouw kon dus niet uitblijven. De beslissing kwam van de congregatie en kon nog voorzien worden in de gangbare programmatie. Wel diende deze uitbreiding zich toe te spitsen op zorg voor personen met dementie. Gezien de optie om kwaliteitsvolle zorg te verlenen aan zwaar zorgbehoevende en dementerende bewoners, kon dit in concrete plannen vertaald worden.

De specifieke aandacht voor personen met dementie deed eveneens besluiten de bestaande drie-persoonskamers om te bouwen tot tweepersoonskamers. Zo kon een meer geïndividualiseerde zorg en meer comfort geboden worden. Het voorzien in meer leefruimten zou meer mogelijkheden geven tot gerichte leefgroepwerking. Het bouwen zelf werd gestart in mei 1995 en in november 1996 werden de eerste bewoners in de nieuwe vleugel verwelkomd. Vanaf dan profileerde de instelling zich als een feitelijk rust- en verzorgingstehuis, met speciale aandacht voor zwaar zorgbehoevende bejaarden en dementerende bejaarden.

Om ook mensen in de thuissituatie ondersteuning te bieden kreeg de instelling in 2000 een voorafgaande vergunning voor 10 plaatsen dagverzorging. Dit betekende dat er binnen de 5 jaar concrete plannen en uitbatingsvoorstellen moesten gerealiseerd worden. In 2001 werd gestart met de verbouwings- en aanbouwwerken en op 4 augustus 2003 konden de gasten hun intrek nemen in De Koraal. Sinds 29 augustus 2003 is er een definitieve erkenning voor 15 plaatsen, want ook de 5 plaatsen voorafgaande vergunning van het WZC Sint-Vincentius Kaprijke zijn intussen naar Eeklo overgebracht.

In 2013 breidde het WZC uit met 7 kamers kortverblijf en 20 assistentiewoningen. Dit werd mogelijk gemaakt door het optrekken van een nieuw gebouw “De Deining”. Hier is op het gelijkvloers plaats voor 38 mensen met dementie, waarvan 10 onder hen jonger zijn dan 65 jaar. Op de eerste verdieping zijn er 20 flats, waarvan één zorgflat met 2 slaapkamers. Door dit extra gebouw was het ook mogelijk om op dat moment alle 2-persoonskamers af te bouwen. Voortaan kan iedere zorgvrager over zijn eigen kamer beschikken. Echtparen blijven wel in de mogelijkheid om samen de kamer te delen.

linkedin